http://www.christenunie.nl/l/library/download/k08DhRlCTDzRnXePhsOx3VBHmyZGm4-a-H/LOGO-CU-CMYK-middel.jpg 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


verkiezingsprogramma

2014-2018

Rheden

 

 

 

 

 

 

 

Definitief      25-1-2014

 

 


 

Inhoudsopgave

 

 

Inleiding. 3

ChristenUnie, partij van de samenleving. 4

1. BETROUWBARE OVERHEID.. 6

1.1. De gemeente, dat zijn we samen. 7

1.2. Veiligheid. 10

1.3. Financiën. 14

2. GEZONDE SAMENLEVING.. 16

2.1. Samen zorgen. 17

2.2. Werk en inkomen. 23

2.3. Onderwijs. 27

2.4. Cultuur, sport en recreatie. 30

3. DUURZAAM WERKEN, WONEN, LEVEN.. 33

3.1. Economie en landbouw.. 33

3.2. Goed wonen en werken. 37

3.3. Mobiliteit. 41

3.4. Energie, klimaat en milieu. 45

 


 

LOGO-CU-CMYK-klein

 

 

 

 

VERKIEZINGSPROGRAMMA

2014-2018

 

Rheden

 

steun-de-christenunie-topbanner
Inleiding

 

ChristenUnie, partij van de samenleving

 

Deze verkiezingen gaan over mensen. Over onze ouders, onze kinderen, onze buren, de leerkracht op de school om de hoek, de wijkverpleegkundige, onze werkgever en onze werknemers. Ze gaan over ons en onze manier van samenleven.

 

Wij geloven dat mensen geschapen zijn door God en dat Hij ons aan elkaar gegeven heeft om samen te leven. Wij geloven dat mensen meer zijn dan alleen maar consumenten. Het gaat in het leven om veel meer dan geld en bezittingen. Mensen willen niet alleen maar een betaalbaar huis, maar verlangen ook naar geborgenheid en veiligheid en bovenal naar een zinvol leven. Wij willen niet alleen een baan met salaris, maar ook waardering en mogelijkheden om onze talenten te ontplooien in dienst van die ander. We willen niet alleen een overheid die op de centjes let, maar ook een samenleving waarin we ruimte krijgen, gehoord worden en waarin zwakkeren beschermd worden.

Wij willen geen samenleving waarin ons verteld wordt wat we moeten denken en doen, maar willen vrijheid om zelf verantwoordelijkheid te nemen en van daaruit eigen keuzes te maken. We willen een wereld waarin we omzien naar elkaar. Een wereld die leefbaar blijft, ook voor onze kinderen.

 

Geef geloof een stem

Bij het zoeken naar antwoorden op de uitdagingen van deze tijd laten wij ons als christenen inspireren door de Bijbel. In de Bijbel gaat het over mensen, over samenleven en ook over de overheid. Het gaat ook over het handelen van mensen in tijden van crisis en het kiezen van de juiste weg daarin. Die weg gaan zal soms betekenen dat het anders moet dan het nu gaat. Dat is misschien niet altijd makkelijk, maar zeker niet vreemd. De God van de Bijbel is bepaald niet van de status quo en van het alles houden zoals het is.

De Bijbel heeft een bevrijdende boodschap die hoop geeft voor de toekomst. God heeft mededogen met deze wereld, houdt van ons en heeft een zwak voor het zwakke. Hij nodigt ons uit om in navolging van Jezus Christus die compassie handen en voeten te geven.

Dat motiveert ons om ons in te zetten, in het volle besef dat christenen in de politiek deel uit maken van een beweging van christenen die ook op tal van andere plekken in de samenleving hun geloof een stem geven. Die hun geloof niet bewaren voor de kerk of thuis, maar ervan uitdelen in de maatschappij. Die bereid zijn verantwoordelijkheid te nemen en samen te werken voor een betere samenleving.

Wij geloven dat God dit van ons wil: recht doen, trouw zijn, en nederig de weg gaan die God van ons vraagt (Micha 6:8).


De kracht van de samenleving

De ChristenUnie gelooft in de kracht van de samenleving, in zorg voor elkaar, in een cruciale rol van gezinnen, in een dienstbare en rechtvaardige overheid, in godsdienstvrijheid, in een duurzame economie en in een zorgvuldige omgang met Gods schepping.

 

De samenleving wordt in de eerste plaats gevormd door burgers zelf - in verbanden als gezinnen, verenigingen en geloofsgemeenschappen - en ook door (maatschappelijke) organisaties, scholen en bedrijven. God heeft ons aan elkaar gegeven. Samen nemen we verantwoordelijkheid, gaan verplichtingen aan en maken de samenleving leefbaar.

Wij geloven dat mensen tot bloei komen wanneer ze echt samen leven en zich verantwoordelijk voelen - voor zichzelf, voor elkaar en voor hun omgeving - en ze dat actief handen en voeten geven.

 

Wij gaan bij de inrichting van de samenleving niet uit van regels en bureaucratie maar van mensen en hun mogelijkheden. Zij bepalen de kracht van de samenleving. Wij willen bouwen op het inzicht en de vakkundigheid van de verpleegkundige, de leerkracht, de agent en al die andere professionals. Zij staan voor hun taak en zij kunnen die verantwoordelijkheid aan. Daarnaast kunnen we niet zonder de vrijwillige inzet van burgers en bedrijven voor hun medemensen.

 

Samen het verschil maken

De ChristenUnie gaat bij de inrichting van het openbaar bestuur, de zorg, de woningcorporaties, het onderwijs en de politiezorg uit van de menselijke maat zodat burgers op lokaal niveau betrokken kunnen zijn: in wijken, buurten en dorpen.

 

Talloze mensen zijn actief in vrijwilligersorganisaties, sportverenigingen, kerken, helpen mee in de school van hun kinderen of het verzorgingshuis van hun ouders. Onbetaalde arbeid en vrijwilligerswerk zijn de smeerolie van de samenleving en verdienen als zodanig erkenning en respect. Zonder vrijwilligers is er voor veel eerdergenoemde sociale verbanden geen toekomst.

De ChristenUnie is een bondgenoot van die mensen, een bondgenoot van de samenleving. Samen willen wij het verschil maken.

 

De ChristenUnie maakt ruimte voor de samenleving. Dus óók ruim baan voor bijzonder onderwijs, voor zorginstellingen met een eigen identiteit en voor christelijke organisaties in het welzijnswerk, zoals Leger des Heils en Youth for Christ.

De ChristenUnie voelt zich aangesproken door de Bijbelse opdracht: Zet je in voor de bloei van de stad waarin je woont, want de bloei van de stad is ook jullie bloei. (Jeremia 29:7)

 

De ChristenUnie is een partij van christenen voor alle mensen. Wij willen iets uitstralen en doorgeven van de liefde die God heeft voor deze wereld, voor Nederland, voor de gemeente Rheden. Doe met ons mee. Geef geloof een stem!

 


1. BETROUWBARE OVERHEID

 

Waar staat de ChristenUnie voor?

 

Bij de ChristenUnie staat niet de overheid of de markt centraal, maar de samenleving en de mensen daarin. De ChristenUnie wil investeren in de kracht van de samenleving. De ontwikkeling moet zijn: minder overheid, meer samenleving.

Wij verwachten niet alles van de overheid, maar ook niet van de markt. Wij zien overheid en samenleving als bondgenoten. De overheid stimuleert en ondersteunt mensen om hun eigen kracht, of samen-redzaamheid, in te zetten. De gemeente heeft als belangrijke taak de kracht die al aanwezig is in de samenleving te versterken. Als het aan de ChristenUnie ligt gooit de overheid niet zomaar verantwoordelijkheden ‘over de schutting’. Dat gebeurt helaas wel te vaak. Bij ons staat de overheid naast mensen. Wij denken mee, stimuleren en ondersteunen waar nodig. Dit vraagt om maatwerk: de een heeft die ondersteuning sneller nodig dan de ander. En als mensen het echt niet zelf of samen met anderen kunnen, dan biedt de overheid een vangnet.

Wij geven de overheid niet te veel, maar ook niet te weinig verantwoordelijkheid. Burgers moeten een beroep kunnen doen op de overheid als hun veiligheid of bestaanszekerheid in het geding is.

 

De samenleving wordt steeds mondiger en autonomer en vraagt daarin een andere opstelling van de overheid. Er worden door deze mondige samenleving die door de technologie over veel informatie beschikt hoge eisen gesteld aan overheidshandelen en vooral aan de transparantie van de overheid. De ChristenUnie staat voor een overheid die betrouwbaar, transparant en herkenbaar is en die daarmee het vertrouwen van de burger waard is. Dat geldt juist ook voor de lokale overheid (raadsleden, wethouders, burgemeester én ambtenaren), die zo dichtbij staat. De ChristenUnie gaat voor een benaderbare overheid. Dat betekent vooral ook goede communicatie, van social media tot de balie. Wij nemen burgers serieus.

De ChristenUnie wil werken aan een klantvriendelijke, begrijpelijke overheid, die zaken niet onnodig ingewikkeld maakt maar - waar mogelijk - zelfs eenvoudiger.

Als goed rentmeester gaat de overheid sober en doelmatig met het aan haar toevertrouwde belastinggeld om.

 


1.1. De gemeente, dat zijn we samen

 

De ChristenUnie beschouwt de gemeente als 'de eerste overheid'. De gemeente is in veel gevallen het eerste of meest nabije en concrete contact van een burger met de overheid.

De ChristenUnie wil dat burgers zich niet primair opstellen als klant of rechthebbende, maar verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen handelen en - samen met anderen en de overheid - de zorg voor de samenleving oppakken.

De overheid moet een open houding hebben richting initiatieven van burgers, vooral als die het algemeen belang op het oog hebben, zoals op het gebied van duurzaamheid, zorg, lokale economie of wijkbeheer. Hierin past een overheid die meedenkt en faciliteert.

Door de crisis (o.a. op de woningmarkt en in de bouwsector) en bezuinigingen is de financiële druk op de gemeente zo groot is geworden, dat bepaalde voorzieningen alleen nog maar in stand gehouden kunnen worden gehouden als overheid, samenleving en markt gezamenlijk de schouders eronder zetten.

 

 

Waar gaat de ChristenUnie voor?

 

Overheid en burger

De gemeente heeft een aantal belangrijke kerntaken, zoals veiligheid, maatschappelijke ondersteuning, ruimtelijke ordening en afvalinzameling. Zelfs bij die taken waar zij een primaire verantwoordelijkheid heeft, zoekt zij nog steeds zoveel mogelijk samenwerking met de samenleving (burgers, bedrijven, organisaties, kerken, scholen enzovoort).

De ChristenUnie zet in haar werk in de gemeenteraad in op een coöperatieve houding. Het wel of niet deelnemen in een coalitie is daarbij niet van primair belang. Het innemen van standpunten in de raad wordt primair bepaald door de uitgangspunten van de partij, die o.a. zijn vastgelegd in het programma.

 
Dorpen en buurten als lokale gemeenschap

De ChristenUnie waardeert dorpen en buurten als lokale gemeenschap en hecht aan het eigene van de lokale gemeenschap. De gemeente moet alle mogelijkheden benutten om bewoners van dorpen te betrekken bij zaken die hen raken. De gemeente Rheden bestaat uit zeven dorpen en nog veel meer wijken. Dat vraagt om specifiek beleid.

Wil de gemeente de afstand tot het dorp klein houden, dan is inzet van contactambtenaren met voldoende mandaat een mogelijkheid. Deze ambtenaren vormen de schakel tussen de vele afdelingen binnen het gemeentelijk apparaat en de belangenvertegenwoordigende mensen in de kern.

Tegelijk mag van alle ambtenaren worden verwacht dat zij burgergericht opereren (zonder daarbij het grotere belang uit het oog te verliezen).

 

Voor een betrokken kernenbeleid kiest de ChristenUnie voor het inzetten van dorpsambassadeurs. Dit zijn mensen die met beide benen in de dorpssamenleving staan.

 

De ChristenUnie wil dorpen eigen verantwoordelijkheid geven ondersteund met eigen budgetten. De kracht van het dorp of de wijk is daarbij uitgangspunt.

Verenigingen zoals dorpsbelangen krijgen onder voorwaarden geld om hun belangenvertegenwoordigende rol te kunnen vervullen. Voorwaarde is, dat er een duidelijk draagvlak voor de vereniging in de kern moet worden aangetoond.

Voor een degelijk dorpenbeleid is het noodzakelijk beleidsvrijheid te geven om kleine projecten slagvaardig te kunnen aanpakken.

De gemeente zoekt met de verenigingen mogelijkheden voor buurtbeheer van speeltuinen, hangplekken, uitleenpunten voor sport en spel e.d.

 

Participatie

De overheid moet niet alles zelf of alleen willen doen. Sterker nog, de overheid moet niet overal bij betrokken willen zijn. Loslaten is ook een kunst. Wij spreken liever van overheidsparticipatie dan van burgerparticipatie, al was het alleen maar om bij de overheid een kanteling in denken teweeg te brengen. Een nieuwe manier van samenwerken is extra hard nodig nu er zoveel nieuwe taken op de gemeente afkomen (zie ook paragrafen over zorg en welzijn).

Als de overheid wel een belangrijke rol heeft in een proces, dan wil de ChristenUnie dat de gemeente burgers, bedrijven, belangenbehartigers en andere betrokkenen zo vroeg, veel en vaak als mogelijk betrekt bij de vorming en uitvoering van dat beleid. Dat is een voorwaarde voor draagvlak en vruchtbare samenwerking. Goede voorbeelden hiervan zijn de Wmo-raden.

De gemeente – zowel college als raad – gaat verder met het ontwikkelen van beleid voor participatie met duidelijke rollen, procedures en wederzijdse verwachtingen. De communicatie vanuit de gemeente verdient daarbij zorgvuldige aandacht.

 

Als er initiatieven, taken, verantwoordelijkheden en middelen kunnen worden overgedragen aan burgers en maatschappelijke instellingen, dan begeleidt en ondersteunt de gemeente dit proces. Het gaat er uiteindelijk om dat gezamenlijke doelstellingen op de beste manier bereikt worden. Een voorbeeld hiervan is het overdragen van de zorg voor het openbare groen aan een buurt.

 

De ChristenUnie is over het algemeen geen voorstander van referenda. Het is een te zwaar middel, het simplificeert complexe vraagstukken en vindt vaak te laat in het proces plaats.

 

Decentralisaties

De komende jaren wordt een flink aantal taken van de rijksoverheid en provincie overgebracht (gedecentraliseerd) naar de gemeente: onderdelen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten gaan naar de Wmo, de jeugdzorg gaat van provincies naar gemeenten en met de Participatiewet komt o.a. de sociale werkvoorziening bij de gemeenten. Ook bij het passend onderwijs vindt een stelselwijziging plaats waardoor gemeenten een grotere rol krijgen in de ondersteuning van leerlingen met extra zorgbehoeften. Deze ingezette decentralisaties en transformaties van allerlei vormen van zorg vereisen een zorgvuldige aanpak. Hoewel het decentraliseren van taken naar gemeenten past bij de visie van de ChristenUnie, wordt het uitvoeren van de op handen zijnde decentralisaties een zware opgave. De zorg voor de zwakke blijft daarbij voor ons voorop staan. Zorgvuldigheid en zorgzaamheid zijn cruciaal.

Het gaat om grote operaties, die gepaard gaat met forse bezuinigingen. Het is belangrijk om de (financiële) effecten van de stapeling van decentralisaties voor mensen die hier mee te maken hebben goed in beeld te hebben én aandacht te houden voor de financiële posities van individuele gemeenten. Ook het tempo waarin veranderingen worden doorgevoerd, is een punt van aandacht.

 

Meer over de decentralisaties in het volgende hoofdstuk.

 

 
Gemeentelijke herindeling en samenwerking

Samenwerking of fusie van gemeenten moet ‘van onderop’ plaatsvinden. Hiermee wordt bedoeld dat de gemeenteraden van de individuele gemeenten hiertoe besluiten. Uitgangspunt voor de ChristenUnie is, dat de kwaliteit van de gemeentelijke organisatie (ook wel bestuurskracht genoemd) voldoende moet zijn en blijven. Als deze bestuurskracht tekortschiet, is de gemeenteraad de eerstverantwoordelijke om te gaan zoeken naar versterking van deze bestuurskracht. De ChristenUnie kiest daarbij niet op voorhand voor fusie of samenwerken.

 

De ChristenUnie wil minder bestuurlijke drukte. Bij bestuurlijke samenwerkingsverbanden zoals gemeenschappelijke regelingen (WGR) past daarom enige terughoudendheid. De ChristenUnie is niet per definitie tegen gemeenschappelijke regelingen, maar die dienen op z'n minst de mogelijkheid in zich te hebben dat de individuele gemeente eigen beleid kan blijven formuleren.

 

Concrete voorstellen

·         Meer algemene regels in plaats van gedetailleerde vergunningen. Om regeldruk te verminderen, worden vergunningstelsels waar mogelijk omgezet in algemene regels. Wie een loopje neemt met de regels wordt aangepakt. Wie zich daar keurig aan houdt, krijgt minder controle.

 


1.2. Veiligheid

 

Waar staat de ChristenUnie voor?

 

De overheid heeft als enige de zwaardmacht. Daar gaat zij zorgvuldig en terughoudend mee om. De overheid is zich er steeds van bewust dat zij een verantwoordelijkheid heeft om de zwakken te beschermen en criminaliteit te bestrijden. Tegelijk houdt zij ook oog voor de eigen verantwoordelijkheid van mensen (denk bijvoorbeeld aan inbraakpreventie).

 

Betrokkenheid van inwoners en organisaties uit de buurt[1] is van groot belang bij de analyse van veiligheidsproblemen en bij het stellen van prioriteiten bij de oplossing daarvan. Bij de aanpak kunnen verschillende buurten om een verschillende aanpak vragen. Bij het werken aan veiligheid en leefbaarheid heeft iedereen een rol. Juist burgers, winkeliers, scholen, politie en woningcorporaties dragen bij aan goede buurten. Dat zijn buurten waarin jongeren veilig naar school gaan en ruimte hebben om te spelen, waarin ouders met een gerust hart wonen, werken en winkelen en waarin ouderen zonder zorg over straat kunnen, actief kunnen zijn en nog voluit van het leven kunnen genieten.

 

Mensen zijn geschapen door God. Zij zijn te waardevol om in drugs, drank, gokken of prostitutie zichzelf, hun vrijheid en waardigheid kwijt te raken.

 

 

Waar gaat de ChristenUnie voor?

 

Ook bij de aanpak van problemen toont de ChristenUnie haar hart voor de samenleving. Hard waar het moet, zacht waar het kan. De ChristenUnie heeft aandacht voor slachtoffers en hun omgeving en stimuleert een effectieve aanpak van daders.

 

De gemeente stelt een integraal veiligheidsbeleid vast, dat gebaseerd is op onderzoek en ervaringen in de verschillende buurten. In een veiligheidsplan worden na te streven doelen en verantwoordelijkheden beschreven van de organisaties die in samenwerking een rol spelen voor veiligheid. Partners in preventie en aanpak zijn behalve gemeente en politie onder andere welzijnswerk, jeugdzorg, onderwijs, verslavingszorg en gezondheidszorg.

De ChristenUnie wil dat het integraal veiligheidsplan zo tijdig door de raad wordt vastgesteld, dat de gemeente invloed kan uitoefenen op het vaststellen van de prioriteiten voor de politie

Minstens één keer per jaar moet er overleg zijn tussen gemeenteraad, burgemeester, politie en openbaar ministerie waarin gesproken wordt over resultaten. Daarbij wordt ook verslag gedaan van de inzet van mensen en middelen, onderlinge samenwerking, aanrijdtijden e.d. van politie, brandweer en ambulances.

Inzet van politie en andere hulpverleners bij grote evenementen kan niet langer volledig voor rekening komen van de gemeenschap en ten koste gaan van de beschikbaarheid van politie voor het reguliere werk. De ChristenUnie wil het debat aangaan in hoeverre dit een verantwoord beslag legt op de samenleving.

 

Burgers worden actief betrokken bij de veiligheid op straat, in de wijk en in huis. Burgers vormen ook de ogen en oren van de politie. De ChristenUnie stimuleert dat inwoners gemakkelijk melding kunnen maken van overlast en van crimineel gedrag, waarbij de politie contact legt met de melder over de resultaten. Zij stimuleert de regierol van de gemeente om veiligheidsproblemen met verschillende maatschappelijke partners op te pakken via de verschillende keurmerken.

 

De ChristenUnie hecht aan de rol van de wijkagent als aanspreekpunt voor burgers in de wijk en zijn coördinerende taak naar andere agenten en de gemeente toe om problemen in de wijk concreet aan te pakken.

 

Als het om veiligheid gaat, krijgt de burgemeester steeds meer wettelijke bevoegdheden om op te treden tegen geweld en overlast. Er moet genoeg menskracht beschikbaar zijn om deze wetten en regels goed te kunnen handhaven.

 

Drugs en drank

De ChristenUnie wil de aanwezigheid van coffeeshops en het gebruik van drugs en alcohol op straat actief tegengaan en streng optreden bij overlast. Signalen uit de buurt moeten hierbij zwaar wegen.

Het kabinet verscherpt de regels rondom softdrugs: cannabis met een THC-gehalte van 15% of hoger wordt niet langer gedoogd. Het vraagt wel extra inspanningen van de gemeente om dit beleid goed uit te voeren. De ChristenUnie is tegen het door gemeenten zelf telen van wiet. Wiet is en blijft een verboden middel. Door het wietgebruik tegelijkertijd wel te gedogen wordt door de overheid een dubbele boodschap afgegeven. Met wietteelt door de gemeente zou dat nog erger worden.

Tegen illegale hennepkwekerijen wordt hard opgetreden. Growshops worden verboden.

De ChristenUnie wil dat de strijd tegen drankmisbruik gevoerd wordt samen met scholen, ouders, kerken, verslavingszorg, horeca, politie, sportverenigingen en andere betrokkenen.

Per 1 januari 2013 geldt de nieuwe Drank- en Horecawet, waarbij de handhavingstaken zijn overgedragen aan de gemeente. Dit vraagt om voldoende beschikbare en goed geschoolde handhavers. De gemeenteraad moet in deze beginperiode dit dossier kritisch volgen. Wij vragen extra alertheid op de handhaving van leeftijdsgrenzen.

 

Prostitutie

Prostitutie is mensonwaardig en gaat in tegen Gods bedoeling met seksualiteit. Criminaliteit, mensenhandel, uitbuiting, eenzaamheid en andere sociale problemen zijn de schrijnende werkelijkheid achter de schone schijn. De ChristenUnie is daarom tegenstander van prostitutie en mensenhandel. Alle mogelijkheden om mensenhandel tegen te gaan, moet de gemeente benutten. Dat betekent dat de verschillende gemeentelijke diensten goed samenwerken en alert zijn op signalen van mensenhandel. Goede voorlichting en preventie op de scholen is belangrijk.

Wij willen dat de gemeente zorg draagt voor voldoende hulp- en uitstapprogramma’s voor prostituees als dit zich voordoet.

 

 
Grootschalige criminaliteit

Gemeenten moeten zich bewust zijn van de invloed van grootschalige criminele organisaties, o.a. op de ontwikkeling van het onroerend goed in de gemeente. Criminelen gebruiken vastgoed om crimineel verkregen gelden wit te wassen. Door een oplettende houding van gemeentebesturen kunnen zij deze ontwikkelingen op het spoor komen. Bijvoorbeeld door aandacht te schenken aan het gebruik van winkelpanden of horecapanden op een manier die nauwelijks rendement kan opleveren.

 

Dierenwelzijn
Ook de dieren in de gemeente Rheden hebben recht op een waardig bestaan. De gemeente heeft op dit moment geen samenhangend beleid voor dierenwelzijn. Daarin kunnen zaken die al wel geregeld zijn, zoals dierenambulances en dierenopvang beter bekend worden gemaakt. Maar we kunnen hierin ook verder uitwerken hoe we onze overige taken uit willen werken en hoe we particuliere initiatieven willen ondersteunen.
 
Concrete voorstellen

·         Bij het opstellen van het integraal veiligheidsplan en de daaruit voortvloeiende prioriteiten voor inzet van politie en andere organisaties worden de resultaten van veiligheidsonderzoeken en de bevindingen van wijkbewoners meegenomen.

·         De ChristenUnie zet zich in voor het behoud van de wijkagent, ook in het licht van het wijkgericht werken.

·         De gemeenteraad moet een stevige vinger aan de pols houden bij beleid dat naar de veiligheidsregio's is verplaatst. Dus: tijdige inbreng voor de besluiten die voor de regionale brandweer worden genomen met het oog op goede en betaalbare brandweerzorg. En blijvende aandacht voor de rol van vrijwilligers.

·         De burgemeester stimuleert lage drempels voor het doen van aangifte en goede terugkoppeling door politie.

·         De kosten van vandalisme worden verhaald op daders. De gemeente publiceert regelmatig de resultaten hiervan en de omvang van de schade ten gevolge van vandalisme door middel van een ‘vandalismemeter’.

·         Wij willen de sociale samenhang tussen mensen en groepen mensen versterken. Daartoe faciliteren wij wijkplatforms, verenigingsleven en buurtinitiatieven en geven wij de samenleving een rol in de zorg voor veiligheid in de wijk.

·         Ondanks allerlei preventieve maatregelen betekent elk casino of elke gokhal meer mensen met een gokverslaving. De ChristenUnie wil het aantal casino’s en gokhallen verminderen en de vestiging van nieuwe voorkomen.

·         Wij willen de vestiging van bordelen voorkomen.

·         De ChristenUnie wil een actief handhavingsbeleid, waarbij het opleggen van bestuurlijke boetes niet wordt geschuwd.

·         Wij betrekken inwoners bij veiligheid en ondersteunen burgernet en sms alert.

·         De gemeente organiseert (zo nodig samen met andere gemeenten) voldoende toezichtcapaciteit voor de Drank- en Horecawet en werkt aan preventie (de modelverordening van STAP[2] maken wij daarbij leidend).

·         Wij willen een plan van aanpak in de gemeente ter bestrijding van georganiseerde (grootschalige) criminaliteit.

·         De gemeente bepaalt de sluitingstijden van horeca na afweging van alle belangen zoals die van horeca, gasten, politie, hulpverlening en omwonenden.

·         Cameratoezicht is een prima middel, maar de ChristenUnie wil het beperkt (proportioneel) toepassen en inbedden in goede wetgeving (privacy) en in een goede cyclus van beleid, uitvoering en evaluatie.

·         De gemeente ontwikkelt samenhangend beleid voor dierenwelzijn.


1.3. Financiën

 

Waar staat de ChristenUnie voor?

 

Van de gemeente verwachten wij dat zij een betrouwbare, goede rentmeester is van de beschikbare middelen.

Gemeenten worden geconfronteerd met enerzijds een drastische uitbreiding van het takenpakket, anderzijds met een ingrijpende bezuinigingsoperatie. Daarnaast zorgt de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) ervoor dat de gemeentelijke beleidsvrijheid ten aanzien van het doen van investeringen begrensd wordt. Gemeenten worden ook verplicht hun tegoeden bij het Rijk onder te brengen (schatkistbankieren). De verschillende maatregelen leggen samen een grote druk op het financieel beleid. Meer dan ooit moet de gemeentelijke overheid zich ervan bewust zijn dat de middelen worden opgebracht door de hele samenleving. Alle burgers betalen mee, hetzij via de afdracht van de rijksoverheid, hetzij via de OZB (Onroerende Zaak Belasting).

De rijksoverheid draagt met een aantal zorg- en welzijnstaken weliswaar ook het budget over, maar heeft daarop een aanzienlijke korting toegepast.

Gemeenten moeten daarom de tering naar de nering zetten. Niet alleen door op alle begrotingshoofdstukken te korten door middel van de kaasschaafmethode, maar vooral ook door duidelijk keuzes te maken en prioriteiten te stellen.

 

Waar gaat de ChristenUnie voor?

 

Bezuinigen is kiezen

Het begint allemaal met het inzichtelijk maken in de begroting en jaarrekening welke prestaties voor de beschikbare financiën worden uitgevoerd en zijn gerealiseerd.

De ChristenUnie werkt mee aan bezuinigingen, maar stelt wel een paar grenzen:

- Die posten die rechtstreeks te maken hebben met het lenigen van de nood van individuele burgers moeten zoveel mogelijk buiten schot blijven.

- Als het gaat om kerntaken van de overheid, zoals veiligheid, is terughoudendheid bij het terugbrengen van het budget op zijn plaats.

 

Het spreekt voor ons vanzelf dat vooral bespaard kan worden op projecten die voor de samenleving niet van direct belang zijn of waarvoor de overheid geen primaire verantwoordelijkheid heeft. Wat wij zoveel mogelijk willen beperken:

- Het uitvoeren van ‘prestigeprojecten’.

- De subsidiëring van organisaties en activiteiten die ook met privaat geld kunnen worden bekostigd.

- Het structureel financieel steunen van verenigingen, die ook door de leden bekostigd kunnen worden.

- Het inhuren van externe adviesbureaus, projectmanagers e.d.

Bij alle projecten moet kritisch bekeken worden of en hoe zij kunnen worden versoberd. Ook

De gemeente als ambtelijke organisatie blijft werken aan een efficiënte organisatie.

 

Daarnaast is van belang of iets een kerntaak is en wat de oorspronkelijke bedoeling was. In veel gevallen hebben in de loop van de tijd aanvullingen en wijzigingen gezorgd voor wellicht meer maatwerk, maar ook voor extra ballast en extra kosten. Een voorbeeld is de gehandicaptenparkeerkaart, bedoeld om de mobiliteit van gehandicapten te vergroten. In de loop van de tijd is er ook een vrijstelling van parkeergeld aan toegevoegd. Daardoor is het een gewild object geworden. De overheid bewaakt de uitgifte ervan en werpt daartoe terecht drempels op. Dat betekent echter dat de uitgifte van kaarten voor tijdelijke gebruikers van een rolstoel niet mogelijk is. Een optie is te onderzoeken terug te gaan naar de basis en ook een tijdelijke kaart mogelijk te maken.

 

Wij streven ernaar om de opbrengst van de OZB alleen met inflatiecorrectie te laten stijgen, maar de gemeente moet wel haar kerntaken naar behoren kunnen uitvoeren.

 

Lange termijn

Het opstellen van een begroting en meerjarenraming gebeurt eerlijk, realistisch en verstandig. Onder toezicht komen van de provincie willen wij zoveel mogelijk voorkomen. De gemeente zorgt voor voldoende (weerstands)vermogen om onverwachte uitgaven te kunnen opvangen. Toekomstige generaties worden niet opgezadeld met de gevolgen van slecht financieel beleid van hun voorgangers.


2. GEZONDE SAMENLEVING

 

Waar staat de ChristenUnie voor?

 

Wij gaan voor een gezonde samenleving, die oog en zorg heeft voor mensen in kwetsbare situaties. Mensen dragen verantwoordelijkheid voor elkaar, in gezinsverband, in families en in de buurt. Het gezin is de hoeksteen van de samenleving en informele netwerken zijn het cement van de samenleving.

 

Op het gebied van zorg liggen er de komende jaren enorme uitdagingen voor gemeenten. De taken op het gebied van zorg worden vergroot. Dit zal veel gaan vragen van de lokale overheid, maar ook van de lokale samenleving. Elke gemeente heeft haar eigen karakter en zal dit dan ook op haar eigen manier invullen. Dit hoeft niet erg te zijn, als er maar een goed basisniveau overeind staat.

 

God heeft ieder mens talenten gegeven. Talenten kunnen zich ontwikkelen door scholing, training en/of ervaring. Hoe talenten zich kunnen ontwikkelen en wat er met die talenten bereikt kan worden, wordt mede bepaald door de sociale en economische situatie, maar ook door de opstelling van overheid, onderwijs, ondernemingen en (maatschappelijke) organisaties. Wij gaan voor een samenleving waar mensen tot hun recht kunnen komen en zich op een gezonde manier kunnen ontwikkelen en ontplooien, om zo de samenleving te kunnen dienen.

 


2.1. Samen zorgen

 

Decentralisaties en transities

Op het gebied van zorg en welzijn verandert er de komende jaren erg veel, zowel voor de gemeente als ook voor burgers en organisaties. Veel zorgtaken die voorheen via het Rijk of de provincie werden geregeld, komen nu onder verantwoordelijkheid van de gemeente, meestal gecombineerd met een fikse bezuiniging vanuit het Rijk op de bijbehorende budgetten. Burgers worden geconfronteerd met het feit dat zij niet meer automatisch recht hebben op voorzieningen, maar dat vooral gekeken wordt wat men zelf kan, al dan niet met behulp van het eigen netwerk.

De ChristenUnie is bereid mee te werken aan deze decentralisaties van taken naar gemeenten en aan de transformatie van overheidszorg naar meer zelfredzaamheid en samen-redzaamheid, maar niet zonder kritisch te zijn op de manier waarop dit plaatsvindt.

 

Wij ondersteunen de gedachte dat niet alles door de overheid geregeld kan en moet worden. Er waren sowieso wijzigingen nodig in de manier waarop wij de zorg in Nederland geregeld hebben. Zorg moet dichter bij de mensen, informeler, integraler en met meer maatwerk.

De ChristenUnie ondersteunt de ontwikkeling dat gemeenten meer verantwoordelijk worden voor het organiseren van goede zorg. De lokale overheid kan het beste zorgvragen samenbrengen met andere voorzieningen, zoals thuiszorg, vervoer, onderwijs of woonzorgcomplexen en levensloopbestendige woningen. Zo kan met behoud van kwaliteit met minder geld meer zorg aan meer mensen worden verleend.

Het is belangrijk om de decentralisaties in samenhang te zien. Vaak hebben mensen meerdere problemen. Des te meer een reden om maatwerk te leveren, uitgaande van de persoon en zijn/haar situatie en omgeving. Doel is dat iedereen naar vermogen kan meedoen in de samenleving. Daarbij zal de gemeente vooral een stimulerende en faciliterende rol spelen en een vangnet bieden voor hen die het zelf niet redden.

 

Jeugdzorg

In de komende periode worden taken op het gebied van jeugdzorg van de provincie overgeheveld naar de gemeente. De voorbereiding daarop is in volle gang. Deze decentralisatie gaat gepaard met een forse bezuiniging op het oorspronkelijke budget.

Er bestaat een gevaar dat de transitie zich vooral zal richten op het verschuiven van bestuurlijke verantwoordelijkheid, maar het moet om de inhoud gaan. De zorg moet dichter bij het kind en in betere samenhang met zijn/haar omgeving worden geregeld en uithuisplaatsingen moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. De continuïteit van deze zorg moet gewaarborgd blijven en het aanbod moet vernieuwd en verbeterd worden.

Niet alle taken die naar de gemeente toekomen, kunnen lokaal worden georganiseerd. Dat betekent dat gemeenten ook op regionaal en voor bepaalde zaken op landelijk niveau afspraken met elkaar zullen moeten maken. De ChristenUnie ziet erop toe dat identiteitsgebonden jeugdzorg ook deel uitmaakt van het palet van aanbieders waaruit gekozen kan worden.

Om een samenhangende en integrale visie op de preventie van problemen en het begeleiden van kinderen en jongeren naar zorg, hulpverlening en werk te garanderen, wordt de decentralisatie van de jeugdzorg gekoppeld aan de andere taken die vanuit het Rijk naar de gemeenten worden overgeheveld: de decentralisatie van de AWBZ en de Participatiewet. Dit biedt ook de kans om de jeugdzorg op een soepele manier te laten overgaan in volwassenenzorg.

 

Waar gaat de ChristenUnie voor?

 

De gemeente moet een visie ontwikkelen over hoe ze wil aansluiten bij de behoeften en mogelijkheden van burgers en hoe ze daarin wil samenwerken met andere gemeenten, maatschappelijke organisaties, bedrijven en instellingen en burgers. De gemeente moet in die visie dus ook nadrukkelijk naar de eigen rol kijken. De sociale visie van de gemeente Rheden is daarvoor een goed uitgangspunt, maar deze moet actueel gehouden worden.

 

Eigen verantwoordelijkheid, eigen kracht

De ChristenUnie zet in op de eigen en gezamenlijke verantwoordelijkheid van burgers. De realiteit gebiedt te zeggen dat niet alles door eigen inzet en met behulp van vrijwilligers kan worden opgelost. De gemeente investeert daarom vooral in het versterken van de eigen kracht van mensen en hun sociale netwerk (familie, vrienden, buren etc.). Naast de taak van regisseur zal de gemeente zich ook een schild voor de zwakkeren moeten blijven tonen.

Vóór alles is inzet op preventie van groot belang. Voorkomen is beter dan genezen. Dit voorkomt niet alleen hoge kosten maar zeker ook onnodig leed voor alle betrokkenen. Elk mens is door God geschapen en te kostbaar om aan zijn of haar lot overgelaten te worden.

 

We moeten ook eerlijk onder ogen zien dat onze samenleving niet altijd zo samenhangend en zorgzaam is als beleidsmakers graag zouden willen. Decennia van individualisering hebben de sociale cohesie in heel veel wijken en verbanden uitgehold. Bij Wmo en jeugdzorg kan niet zomaar uitgegaan worden van de eigen kracht en/of zorgzaamheid van de buurt of de familie. Het vraagt om een extra inspanning, extra opleiding en een andere houding van gemeenten en professionals om die kracht aan te boren en de regie uit handen te geven. We moeten niet vergeten dat de samenleving heel ingewikkeld is geworden. Er mag geen tweedeling ontstaan tussen mensen die wel en die niet kunnen meekomen. Toegang tot zaken als administratieve ondersteuning, schuldhulpverlening, voedselbank en rechtsbijstand moet voor een ieder die dat nodig heeft binnen bereik blijven.

 

Er moet aandacht en ruimte voor de gevarieerde samenstelling van de categorie senioren en de verschillende vormen van ondersteuning die de verschillende groepen vragen. Hierbij dient de gemeente gebruik te blijven maken van de gegevens uit het 70+ Huisbezoekproject. Dit huisbezoek project wil de ChristenUnie ook blijven ondersteunen.

 

Bij het beroep op eigen verantwoordelijkheid past ook een volwaardig meepraten van belanghebbenden in beleidsontwikkeling en uitvoering. De Wmo-raad speelt hierbij een belangrijke rol.

 

Wmo

De ChristenUnie vindt het belangrijk dat een ondersteuningsvraag levensbreed wordt bekeken en dat daarbij ook de naaste omgeving van de hulpvrager in beeld wordt gebracht én betrokken wordt. Eén toegangspunt voor welzijn, zorg, opvoedondersteuning en waar mogelijk ook werk en inkomen is daarbij het ideaal.

De ChristenUnie benut de kracht van de samenleving en wil deze versterken. De ChristenUnie zet in op het ondersteunen van mantelzorgers en het versterken van informele (wijk)netwerken. Professionals ondersteunen vrijwilligers in plaats van andersom. Wij pleiten daarom voor een ruim budget voor mantelzorgondersteuning.

 

Juist in deze tijd liggen er ook voor kerken enorme kansen om zichtbaar te zijn in de samenleving, buiten de kerkmuren. De ChristenUnie gaat hierover graag het gesprek aan.

 

De ChristenUnie wil dat burgers die ondersteuning vanuit de Wmo krijgen de mogelijkheid hebben om te kiezen voor een PGB (persoonsgebonden budget) en zelf hun ondersteuning kunnen inkopen. Dit stelt burgers beter in staat eigen regie te voeren (bijvoorbeeld een vouchersysteem voor de inkoop van dagbesteding) en vooral om te kunnen kiezen voor zorgverlening vanuit een identiteit die bij hen past. Misbruik van PGB moet tegengegaan worden.

De aangekondigde bezuinigingen op de huishoudelijke hulp leiden er waarschijnlijk toe dat in minder situaties aanspraak gemaakt kan worden op deze voorzieningen. Belangrijk is wel oog te houden voor de signalerende functie die deze voorziening heeft.

 

Zorg aan huis en dagbesteding

Steeds meer mensen met een zware zorgvraag moeten langer thuis blijven wonen. Dit betekent onder meer een grote focus op het geschikt maken van voldoende woningen voor ouderen en gehandicapten. In de gemeente Rheden wordt dit uitgewerkt in opplusprojecten van woningen voor 55-plussers, waarbij ook de sociale aspecten en dementie worden meegenomen. De ChristenUnie ondersteunt dit. De woningcorporaties spelen daarbij een grote rol. Met hen moeten afspraken gemaakt worden, o.a. over investeringen op het gebied van domotica (huisautomatisering)[3]. De ChristenUnie vindt het belangrijk dat daarbij ook aandacht is voor het houden van sociale contacten en het tegengaan van vereenzaming.

Mensen met een beperking moeten zoveel mogelijk kunnen meedoen aan de samenleving. De ChristenUnie vindt dat een passende dagbesteding daar een voorwaarde voor is en zal de transformatie in de zorg op dit punt kritisch volgen.

 

Eigen bijdrage en hergebruik

Om de ondersteuning in het sociale domein betaalbaar te houden, kan voor bepaalde voorzieningen een substantiële eigen bijdrage gevraagd worden. De ChristenUnie vindt dat een eigen bijdrage voor diensten die door of namens de gemeenten worden verricht, niet ten koste mag gaan van de bereikbaarheid van de zorg.

De ChristenUnie wil hergebruik van hulpmiddelen stimuleren. Naast het financiële voordeel is dit ook belangrijk in het kader van duurzaamheid. Ook het delen van dure hulpmiddelen (bijvoorbeeld scootmobiel) levert hieraan een bijdrage.

 

 
Parkeerpas voor zorgverleners

Het plaatselijk in Velp van kracht zijnde betaald parkeren / vergunningparkeren kan voor zorgverleners zoals thuiszorgmedewerkers, kraamverzorgers en wijkverpleegkundigen tot gevolg hebben dat ze, voordat ze naar hun cliënt kunnen, eerst een betaalautomaat moeten zoeken en een parkeerkaartje moeten kopen of bijvoorbeeld een bezoekerspas moeten regelen. Dat kost onnodig tijd en geld. De ChristenUnie wil dat zorgverleners indien nodig gratis of tegen een gereduceerd tarief een vergunning kunnen krijgen.

 
Versterken eerstelijns zorg

In het belang van het kind en om te voorkomen dat er onnodig wordt doorverwezen, zet de gemeente in op tijdige signalering en wordt het gebruik van laagdrempelige hulpverlening gestimuleerd. Daarvoor is nodig dat deze vormen van zorg dicht bij de mensen worden georganiseerd (wijk, school, consultatiebureaus). Daarnaast is het belangrijk dat de sportclubs en andere amateurverenigingen toegankelijk zijn voor alle kinderen en, voor zover mogelijk, een rol spelen in het vroegtijdig signaleren van mogelijke problemen.

 
Versterken van de eigen kracht

De ChristenUnie vindt het belangrijk dat ouders zoveel mogelijk worden ondersteund, zonder dat alle eigen verantwoordelijkheid en hulp direct door anderen wordt overgenomen. Daarom wordt met behulp van het sociale netwerk eerst een plan van aanpak opgesteld, waarbij de eigen kracht van het gezin zoveel mogelijk wordt versterkt. Dit kan voorkomen dat kinderen uit huis worden geplaatst. Dat vraagt van de professional een meer coachende houding. In elk gezin dat hulp nodig heeft, wordt gewerkt met één plan en is één hulpverlener eerste aanspreekpunt en verantwoordelijk voor de zorgcoördinatie.

Waar nodig wordt een eigen kracht bijeenkomst ingezet om een hulpvrager te ondersteunen bij het hervinden van zijn eigen kracht en het versterken van het netwerk.

 
Centrum Jeugd en Gezin

Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), dat een belangrijke rol speelt in de jeugdzorg, zal zich verder moeten ontwikkelen als netwerkorganisatie. Dat vraagt van het centrum een sterke regie van de gemeente, waarbij door de samenwerking met bestaande organisaties generalisten zoveel mogelijk de nodige zorg bieden en indien nodig, tijdig doorverwijzen naar de juiste tweedelijns zorg.

Wij willen dat het CJG zo laagdrempelig en klantvriendelijk mogelijk is.

 

Verbinding met onderwijs

Kinderen en jongeren zijn een groot deel van de week op school aanwezig. De school vormt daarom informeel, maar ook formeel een belangrijke schakel tussen de ouders, de jongere en zorgaanbieders.

De ChristenUnie vindt het belangrijk dat de gemeente niet alleen zorg draagt voor het weghalen van schotten en drempels tussen de verschillende vormen van zorg en/of zorgaanbieders, maar ook voor een goede samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg.[4] Wij hanteren als regel: één kind/gezin = één plan/regisseur.

 

Ruimte voor zorg met eigen identiteit

De ChristenUnie hecht aan de keuzevrijheid van ouders en zorgvragers om zorg te verkrijgen die past bij hun situatie en levensovertuiging. De gemeente zal moeten garanderen dat toegang tot zorg vanuit levensbeschouwelijke identiteit mogelijk blijft[5].

 

Volksgezondheid

Voor het welzijn van burgers en om te voorkomen dat burgers uiteindelijk een beroep moeten doen op dure vormen van zorg is het van belang dat de gemeenten een proactieve opstelling hebben als het gaat om het lokale gezondheidsbeleid. Daarom moet de gemeente zorgen voor de instelling en instandhouding van een gemeentelijke gezondheidsdienst met deskundigen op het terrein van sociale geneeskunde, epidemiologie, sociale verpleegkunde, gezondheidsbevordering en gedragswetenschappen.

 
Jeugdgezondheidszorg

In het kader van preventief gezondheidsbeleid en het zo vroegtijdig signaleren van problemen is een goede en effectieve opzet van de jeugdgezondheidszorg van groot belang. Daarbij is het belangrijk dat consultatiebureaus en schoolartsen zich niet alleen richten op de fysieke gezondheid van de jeugd, maar ook de sociale omgeving van het kind of de jongere kennen. De ChristenUnie vindt het daarom belangrijk dat de jeugdgezondheidszorg naadloos verbonden is met het Centrum voor Jeugd & Gezin. Daar waar hulp bij de opvoeding en/of extra ondersteuning nodig is, wordt allereerst bekekenen in hoeverre de ‘eigen omgeving’ hierin een rol kan spelen. Ter voorkoming van gezondheidsproblemen en voor het welzijn van de jeugd is het sportbeleid dusdanig opgezet dat ieder kind binnen de gemeente de mogelijkheid heeft om wekelijks te sporten (verderop meer over sport).

 

Verslavingen

Verslaving aan alcohol, roken, drugs, seks en/of gokken wordt gezien als bedreiging voor de volksgezondheid en het algemeen welzijn. De gemeente gaat dit tegen door het nemen van preventieve maatregelen en actieve bestrijding. Naast sportverenigingen kunnen ook kerken en andere maatschappelijke instellingen een rol spelen in bewustwording en het voorkomen van gezondheidsproblemen als gevolg van een ongezonde levensstijl. Zo moet er gekeken worden hoe alcoholgebruik in sportkantines en andere verenigingslocaties teruggedrongen kan worden. De ChristenUnie is tegen gokhallen en zal niet meewerken aan vergunningen voor dergelijke locaties.

 

 
Bemoeizorg

De gemeentelijke gezondheidsdienst en de GGZ-instellingen (geestelijke gezondheidszorg) die lokaal actief zijn, werken nauw samen als het gaat om zorg voor die mensen die de stap naar de reguliere hulpverlening niet kunnen of willen maken, de zogenaamde zorgmijders.

 

Dak- en thuislozen

De gemeente moet zorgdragen voor adequate dak- en thuislozenopvang in de regio. Deze moet bereikbaar zijn voor de doelgroep in de gemeente Rheden. Speciale aandacht moet er zijn voor dakloze jongeren en gezinnen.

 

Asiel en inburgering

Asielzoekers die in onze gemeente wonen, doen een beroep op gemeentelijke voorzieningen. De gemeente zet zich ervoor in dat er geen asielzoekers tussen wal en schip belanden en op straat terecht komen, met allerlei maatschappelijke problemen als gevolg. Speciale aandacht verdienen de alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s).

De gemeente zet zich in voor de maatschappelijke begeleiding en integratie van inburgeringsplichtige asielgerechtigden.

 

Concrete voorstellen

2.2. Werk en inkomen

 

Waar staat de ChristenUnie voor?

 

Ons uitgangspunt is dat ieder mens de verantwoordelijkheid heeft om in zijn/haar eigen levensonderhoud te voorzien. Soms lukt dat (tijdelijk) niet. Wij vinden dat niemand aan zijn/haar lot mag worden overgelaten. Zowel van overheid als samenleving wordt extra zorg en aandacht gevraagd voor de (tijdelijk) kwetsbare burgers.

Ook de gemeente heeft een taak als het gaat om het bevorderen van de lokale en regionale werkgelegenheid.

 

Er zijn veel mensen die graag iets voor de maatschappij willen betekenen en graag iets willen doen, het liefst in hun directe woonomgeving.

Daarnaast is er veel behoefte aan mensen die zich willen inzetten. Toch lukt het moeilijk om vraag en aanbod bij elkaar te brengen.

De ChristenUnie ziet meedoen als een kans of een uitdaging. Meedoen moet gestimuleerd worden en waar mogelijk worden beloond. Mensen die nog niet meedoen moeten in eerste instantie worden uitgedaagd om mee te doen en als dat niet lukt pas een verplichting tot meedoen worden opgelegd.

Het beleid moet erop worden gericht om zoveel mogelijk mensen in staat te stellen om zich te kunnen inzetten voor de samenleving.

 

Het is daarom nodig dat de gemeente en maatschappelijke partners samen de behoefte inventariseren en afspreken hoe vraag en aanbod bij elkaar kunnen worden gebracht.

Inzet van mensen in het kader van maatschappelijke activering (=inzet / dienstbetoon) kan daarbij een eerste instrument zijn.

 

De ChristenUnie zet zich in voor een samenleving waarin …

 

De ChristenUnie wil investeren in een samenleving die gebaseerd is op ‘vertrouwen'. In een samenleving waarin mensen worden gestimuleerd, uitgedaagd en beloond, en kwaadwillenden worden aangepakt.

 

Waar gaat de ChristenUnie voor?

 

Bij bezuinigingen kiest de ChristenUnie in eerste instantie niet voor het verminderen of bemoeilijken van het gebruik van voorzieningen, maar om samen met de maatschappelijke partners te onderzoeken of de bezuiniging ook kan worden bereikt door een andere verdeling van verantwoordelijkheden, taken en middelen tussen de gemeente en de maatschappelijke partners. Zo kunnen bij schuldhulpverlening bepaalde taken in de voorbereiding of de nazorg worden uitgevoerd door (vrijwilligers van) maatschappelijke partners, zodat de professionals die werkzaam zijn binnen de gemeentelijke schuldhulpverlening zich kunnen richten op de ingewikkeldere taken en onderwerpen.

 

De ChristenUnie wil idealiter een samenleving waarin voedselbanken niet nodig zijn, maar wij sluiten onze ogen niet voor de realiteit. Voedselbanken zijn er en hebben het druk. Wij willen ervoor zorgen dat deze vrijwilligers hun werk goed kunnen doen. Daar willen wij ze bij steunen, financieel en/of in natura (bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van een locatie of vervoermiddel).

 

Wij vinden dat voor het verkrijgen van een uitkering een tegenprestatie gevraagd mag worden. De gemeente mag een beroep doen op de inzet van degenen die een uitkering ontvangen. Zij kan activiteiten aanwijzen/aanbieden als leer- en/of werkervaringsplaats of als mogelijkheid voor maatschappelijke activering, zoals bijvoorbeeld groenonderhoud van sportparken, verzamelen van zwerfvuil, ondersteuning in de verzorging van bewoners van verzorgingshuizen of schoonmaakwerk in wijk- of buurtcentra. Hierbij moet worden voorkomen dat dit ten koste gaat van reguliere arbeidsplaatsen. Het moeten aanvullende taken zijn. Mensen moeten daarbij wel keuzemogelijkheden hebben en ook zelf met voorstellen kunnen komen.

 

De ChristenUnie wil nadrukkelijk oog hebben voor de positie van ZZP-ers (Zelfstandigen Zonder Personeel). Veel mensen werken tegenwoordig zonder in loondienst te zijn. Ook binnen de overheid moet men meer en meer rekening houden met vraagstukken die hiermee samenhangen. Hierbij denken wij aan invulling van aanbestedingscontracten, mogelijkheden binnen bestemmingsplannen, eisen omtrent uitkeringen en aanvullingen hierop door eigen arbeid, etc.

 

Werken en participeren

De ChristenUnie stelt voor:

·         Van iedereen die financieel afhankelijk is van de gemeente worden de (gewijzigde) capaciteiten en beperkingen en ontwikkelingen daarin objectief en zorgvuldig bepaald en vastgelegd, bijvoorbeeld in een persoonlijk ontwikkelingsplan.

·         Trajecten voor (re-)integratie van werkzoekenden moeten gericht zijn op het realiseren van een structurele oplossing.

 

De mate waarin bedrijven en organisaties arbeidsgehandicapten in dienst nemen, bepaalt de noodzaak om als (samenwerkingsverband van) gemeente zelf te zorgen voor beschut werk. Met betrekking tot beschut werken wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen mensen met een sociale werkvoorziening-indicatie of mensen die recht hebben op een Wajong[6]- of bijstandsuitkering. Hoe het in de nieuwe Participatiewet en uiteindelijk lokaal of regionaal ook geregeld gaat worden, ons uitgangspunt is dat mensen die een beschutte werkplek nodig hebben, die ook moeten kunnen krijgen.

 

Concrete voorstellen

·         Probleemsituaties moeten zo vroeg mogelijk worden gesignaleerd en adequaat worden aangepakt om escalatie te voorkomen. Dit vereist een intensieve samenwerking met en tussen alle beleidsvelden en instanties waar de problemen spelen en /of bekend zijn (de zogenaamde ‘vindplaatsen’). Uitgangspunt daarbij is ‘Eén plan, één coach en één budget’.

·         Armoedepact van gemeente met alle vindplaatsen: woningcorporaties, voedselbank, hulpverleningsorganisaties, zorginstellingen, jeugdzorg, onderwijs, etc.


 

2.3. Onderwijs

 

Waar staat de ChristenUnie voor?

 

Ouders zijn en blijven primair verantwoordelijk voor hun kinderen. We vinden het belangrijk dat ouders moeten kunnen blijven kiezen voor scholen die in het verlengde liggen van de opvoeding thuis.

De school is een belangrijke gespreks- en samenwerkingspartner van de gemeente, bijvoorbeeld bij passend onderwijs, jeugdzorg, leerplicht, het voorkomen van voortijdig schoolverlaten en de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Ook heeft de school een belangrijke rol in het versterken van de kracht van de samenleving, door de rol die ze heeft als het gaat om burgerschapsvorming en sociale integratie.

Voorkomen moet worden dat kinderen met problemen uit hun omgeving geplaatst worden (uit het gezin en/of uit de klas). Juist de omgeving van het kind (ouders en docenten) moet ondersteund worden (o.a. door professionals).

We moeten wel constateren dat er steeds meer taken op de school afkomen. Die ontwikkeling vraagt om zorgvuldige afwegingen, ook van de lokale overheid. Het vraagt ook om voldoende ondersteuning van de onderwijs-professionals om die taken goed te kunnen uitvoeren.

 

Passend onderwijs en jeugdbeleid

De gemeente en het onderwijs raken elkaar op een aantal vlakken bij de veranderingen in het passend onderwijs en de jeugdzorg. Er ligt een gezamenlijke verantwoordelijkheid om te zorgen voor een samenhangende onderwijs-, ondersteunings- en hulpstructuur voor jongeren (waaronder passend onderwijs). Juist in deze tijden met krimpende budgetten is het belangrijk om geen dingen “dubbelop” te doen. Samen kan er aan gewerkt worden om het beroep op zwaardere en duurdere jeugdzorg en extra doorverwijzingen naar het speciaal onderwijs te voorkomen. Dat betekent een duidelijke visie op het gemeentelijk zorgnetwerk en de plek/rol van de scholen daarin. Daarbij willen wij een aanpak waarbij het gezin centraal staat. Alleen als we het gezin en de omgeving erbij betrekken en zoveel mogelijk verantwoordelijkheid laten nemen, kan een goede oplossing worden gevonden.

Een belangrijk aandachtspunt is de rol van identiteitsgebonden (bijvoorbeeld christelijke) scholen en zorginstellingen binnen de samenwerkingsverbanden. Het is wenselijk dat identiteitsgebonden scholen de mogelijkheid krijgen samen te werken en te zorgen voor passend onderwijs en jeugdhulpverlening.

 

De kennis die bij RMC’s[8] is over spijbelaars / voortijdige schoolverlaters moet gebruikt worden in het jeugdbeleid. Verzuim en voortijdige schoolverlaten is bijna altijd het teken dat het niet goed gaat met jongeren. Zo kun je als gemeente gericht beleid ontwikkelen voor jongeren die dat echt nodig hebben.

 

 
Kleine scholen

In 2013 is een rapport van de Onderwijsraad verschenen. Daarin wordt gepleit voor het opheffen van scholen die minder dan honderd leerlingen hebben. Een advies met verstrekkende consequenties voor veel scholen en daarmee ook voor kleine kernen. Ook scholen in het bijzonder onderwijs zullen door deze ingrijpende maatregelen worden getroffen.

Gelet op de prognosecijfers van het CBS is er de komende jaren sprake van een daling van het aantal leerlingen. Deze daling heeft grote gevolgen voor het primair- en voortgezet onderwijs. Scholen met weinig leerlingen zijn kwetsbaarder: bekostiging van onderwijs, huisvesting en leerlingenvervoer kunnen een probleem opleveren, omdat zowel schoolbesturen als gemeenten over minder financiële middelen beschikken. De opvang van zorgleerlingen stelt hoge eisen aan het beperkte personeelsbestand.

Uiteraard sluit ook de ChristenUnie haar ogen niet voor de teruglopende leerlingaantallen. Maar scholen verdienen het om bij dit soort verregaande besluiten breder beoordeeld te worden dan alleen maar op basis van het aantal leerlingen. De ChristenUnie pleit daarom voor maatwerk, zodat de keuzevrijheid van ouders behouden blijft, de kwaliteit van scholen gegarandeerd kan worden en de rol van de school in de leefgemeenschap van de kleine kernen wordt gewaardeerd. Samenwerking tussen gemeenten, scholen en verwante voorzieningen (zoals kinderopvang, zorg, buurtcentra) is essentieel.

 

Leerlingenvervoer

De ChristenUnie is voor het behoud van de vergoeding van het leerlingenvervoer voor ouders die hun kinderen naar een school van hun keuze sturen. Uiteraard mag van ouders, naar draagkracht, een eigen bijdrage gevraagd worden. Zo zorgen we ervoor dat keuzevrijheid in het onderwijs, dat zo'n belangrijk onderdeel van de opvoeding is, ook aanwezig is voor minder draagkrachtige ouders.

 

Kinderopvang

De ChristenUnie zet zich in voor goed toezicht op kinderopvanginstellingen door de GGD. De overheid wil ook ruimte blijven bieden aan en hindernissen wegnemen voor identiteitsgebonden kinderopvang, zodat ouders opvang kunnen kiezen in het verlengde van de opvoeding thuis.

 

Voorschoolse educatie

De ChristenUnie is van mening dat ook de keuze voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE) valt onder de verantwoordelijkheid van de ouders. Ouders moeten de vrijheid én mogelijkheid hebben te kiezen voor een vorm van educatie die aansluit bij hun levensvisie. De gemeente kan in dat kader stimuleren dat er een voldoende divers aanbod is.

In geval van achterstanden kan het wel een belangrijk middel zijn om deze achterstanden tijdig in te lopen. In dit kader is het belangrijk dat de jeugdgezondheidszorg zorgt voor een screening in de voorschoolse periode.

 

 

 

 

 

 

Waar gaat de ChristenUnie voor?

 

Concrete voorstellen

2.4. Cultuur, sport en recreatie

 

Waar staat de ChristenUnie voor?

 

Sport, cultuur en recreatie dragen bij aan een juiste balans tussen in- en ontspanning en bieden de mogelijkheid om op zinvolle wijze individueel of gezamenlijk vrije tijd te besteden. Daarnaast hebben sport, cultuur en recreatie positieve sociale, maatschappelijke en gezondheidseffecten. Ze zijn heel belangrijk bij het vasthouden en bevorderen van gemeenschapszin en onderlinge betrokkenheid in de samenleving. Ook heeft cultuur een belangrijke rol bij kennis- en waardenoverdracht.

 

Ieder mens heeft gaven en talenten ontvangen om God te eren, anderen te dienen en zichzelf te ontplooien. In dat licht wil de ChristenUnie ook sport en cultuur beschouwen.

Beleid op de gebieden sport, cultuur en recreatie omvat primair stimulering van deelname, ondersteuning en faciliteren van verenigingen en initiatieven, het zekerstellen en verbreden van de toegankelijkheid en een gedegen voorzieningen- en accommodatiebeleid.

De focus van de gemeente dient te liggen op de breedtesport en amateurverenigingen, en niet op de topsport en geprofessionaliseerde instellingen. Topsport ondersteunen wij vanuit de gemeente niet met financiën, maar wel op andere manieren, want topsport is een goede stimulans voor jongeren om te gaan of te blijven sporten. Breedtesport heeft topsport nodig en andersom. Hetzelfde geldt voor muziek, dans en toneel.

 

Waar gaat de ChristenUnie voor?

 

Monumentenbeleid en musea

Cultuur legt de verbinding tussen verleden, heden en toekomst. Het bewaren en beschermen van objecten, gebouwen, monumenten, documenten en gegevens uit de al dan niet lange lokale en regionale geschiedenis vindt zorgvuldig plaats. De gemeente werkt aan de bewustwording van ons cultureel erfgoed. Bij historische panden gaat het hierbij niet alleen om de rijks- en gemeentelijke monumenten en de beschermde dorpsgezichten, maar ook om de overige gebouwen met historische waarde. Wanneer een eigenaar zich hiervan bewust is, zal hij in veel gevallen zijn verantwoordelijkheid voor het behoud nemen.

 

Eventueel wordt ondersteuning gegeven aan musea en archieven. Musea hebben een cultuurhistorisch belang. Enerzijds om te bewaren en te beheren, anderzijds om door te geven en te leren. Veelal wordt museaal werk door vrijwilligers gedragen. Het biedt ook kansen om mensen te (re)activeren. Wellicht kan de regio een rol spelen bij de bekostiging of kunnen derde (particuliere) partijen worden aangetrokken.

 

Bibliotheken

Bibliotheken zijn van belang voor het leesonderwijs aan onze kinderen. Toegang tot informatie (ook digitaal) is van belang voor inwoners. Bibliotheekvoorzieningen staan echter meer en meer onder druk. Sluiting van vestigingen moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Multifunctioneel en innovatief denken kan ook hier de oplossing zijn. Samenwerking met scholen verdient aandacht. Huisvestingskosten kunnen soms naar beneden door een bibliotheek in een ander gemeentelijk gebouw te vestigen (bijvoorbeeld een buurthuis).

Er kunnen ook creatieve, alternatieve haal- en brengsystemen worden ontwikkeld ter versterking of vervanging van het huidige bibliotheekwerk. De mogelijkheden van inzet van vrijwilligers kunnen worden onderzocht.

 
Gebouwen en sportvelden

De gemeente moet goed in beeld hebben wat de behoeften zijn aan voorzieningen op het gebied van sport en daar een (financiële) meerjarenplanning voor maken. Accommodaties zijn kostbaar en het is van belang dat verenigingen in redelijkheid bijdragen aan exploitatie en onderhoud.

In het accommodatiebeleid van de gemeente wordt getracht alle verenigingen op een passende en eerlijke maar ook financieel gedegen wijze te bedienen.

Gebouwen worden zo veel mogelijk multifunctioneel benut, enerzijds om het gebruik te optimaliseren, anderzijds om dwarsverbanden tussen (brede) scholen, sportverenigingen, kinderopvang, peuterspeelzalen, bibliotheken, muziekscholen, zorginstellingen, etc. te benutten en samenwerking te versterken. Soms is er een goede samenwerking met recreatieondernemers mogelijk.

Stem accommodatiebeleid af met omliggende gemeenten om na te gaan waar je elkaar kunt versterken en waar je elkaar niet moet beconcurreren.

 

Bij dreigende sluiting van het gemeentelijke zwembad wil de ChristenUnie zoveel mogelijk gebruikmaken van de inzet van vrijwilligers. Dat heeft de voorkeur boven privatisering van het zwembad. Zo blijft zwemmen voor iedereen betaalbaar.

 

De ChristenUnie wil ook stimuleren dat de exploitatielasten van accommodaties naar beneden gaan door in te zetten op lagere energielasten. Verduurzamen van gebouwen is het devies. Bij nieuwe aanbestedingen willen wij dit nadrukkelijk betrekken in de bouwplannen en bij groot onderhoud hiervoor advies inwinnen. Dit stimuleert tevens de werkgelegenheid.

 
Sportstimulering

Sportstimulering en specifiek het betrekken van minima, ouderen, gehandicapten en mogelijk andere doelgroepen is een speerpunt. Het creëren of uitbreiden van fiets-, vaar-, wandel-, nordic walking en/of hardlooproutes is een doeltreffende en kostenvriendelijke manier om zowel bebouwde als natuurlijke omgeving voor recreatie en beweging toegankelijk te maken. Zeker als dit in regionaal verband uitgewerkt wordt. Aanleg van vaar- en kanoroutes kan (mede) gefinancierd worden door private partijen.

Ga bij de aanleg van woonwijken al uit van de mogelijkheid tot ‘ommetjes’. Hierbij kunnen natuurorganisaties uit de eigen gemeente behulpzaam zijn.

De aanwezigheid van voldoende fietsreparatiepunten in woonwijken wordt gestimuleerd. Wellicht kan dit een leer-/werkproject zijn van een beroepsopleiding. Hiermee wordt de lokale werkgelegenheid gestimuleerd.

 

 
 
Cultuur en kunst
De ChristenUnie ondersteunt van harte het pas opgerichte Cultuurbedrijf RIQQ als platform voor professionele kunsten, cultuureducatie en amateurkunsten in Rheden. We willen de mogelijkheden voor muziekonderwijs op scholen verbeteren.
 
Concrete voorstellen

·         Bij het gebruik van sportvoorzieningen wordt de inzet van medewerkers van de gemeente op zondag tot een minimum beperkt. Hierin toont de gemeente zich een goede werkgever, die haar personeel zoveel mogelijk rust op zondag gunt.


3. DUURZAAM WERKEN, WONEN, LEVEN

 

 

3.1. Economie en landbouw

 

Waar staat de ChristenUnie voor?

 

Economie

Nederland zit in een stevige recessie. Veel ondernemers zitten in zwaar weer en het aantal faillissementen stijgt sterk. Een sterke economie is een randvoorwaarde en een middel om andere doelen te realiseren. De ChristenUnie zet zich daarom in voor meer ruimte, minder regels en meer kansen voor ondernemers, vooral in het midden- en kleinbedrijf (MKB).

Naast afnemende bedrijvigheid en toenemende werkloosheid biedt de crisis ook kansen om tot een meer duurzame economie te komen. De eeuwige drang naar meer heeft ons uiteindelijk minder gebracht, dat zien we nu terug in de crisis. We moeten van consumeren naar consuminderen, van ‘meer’ naar ‘genoeg’, van kwantiteit naar kwaliteit. Dat is onze opdracht als rentmeesters van Gods schepping.

Elke gemeente mag sinds kort[10] zelf bepalen hoeveel koopzondagen er zijn. Wij zien dat als een volgende stap richting een 24-uurs economie. Zo'n economie heeft tot gevolg dat er te weinig sprake is van een gezamenlijk rustmoment. Een collectieve rustdag komt de samenleving ten goede. Vanuit onze christelijke levensovertuiging is de zondag de daarvoor aangewezen dag. Bovendien zien we door de toename van koopzondagen dat veel kleine zelfstandigen het extra moeilijk hebben gekregen. De ChristenUnie zet zich daarom in voor het zoveel mogelijk beperken van het aantal koopzondagen, ook in de gemeente Rheden. Als gemeentelijke overheid kunnen we de inzet van eigen personeel op zondag zoveel mogelijk proberen te voorkomen.

 

Landbouw en visserij

De ChristenUnie heeft hart voor boeren. Het zijn hardwerkende ondernemers die zorgen voor de productie van gezond en goed voedsel. Het gaat hierbij om een sector die naar zijn aard een nauwe relatie met de schepping hebben. Een spannende relatie en soms ook een spanningsvolle relatie. De ChristenUnie biedt ruimte aan boeren en zet daarbij in op een sterke, duurzame en innovatieve land- en tuinbouw. De ChristenUnie weet dat gezonde gezinsbedrijven hierin een centrale rol spelen en wil hen zo veel mogelijk de ruimte geven. Hoewel vooral de wereldmarkt, de maatregelen uit Brussel, nationaal en provinciaal beleid invloed hebben op de landbouw, kan de gemeente ook haar steentje bijdragen, door ruimte te scheppen als het gaat om ruimtelijke ordening en de toepassing van milieuwetgeving.

De ChristenUnie zet zich in voor het behoud van het landschap, de plattelandscultuur en voor de bescherming van het milieu en de biodiversiteit. De agrarische sector geeft vorm aan het landschap en is belangrijk voor het beheer daarvan, maar vormt soms ook een bedreiging voor diezelfde leefomgeving. De gemeente kan bijdragen aan behoud, verbetering en een harmonieuze ontwikkeling van de leefomgeving. De landbouw is op veel plaatsen essentieel als drager van het buitengebied.

 

Waar gaat de ChristenUnie voor?

 

Economie

·         Wij gaan door met het investeringsfonds voor duurzame maatregelen, waardoor verenigingen en stichtingen tegen gunstige voorwaarden kunnen lenen om te investeren in het energiezuiniger maken van gebouwen.

 

Bedrijventerreinen

 

Bloeiende dorpscentra

 

Recreatie en toerisme

 

Agrarische sector

·         Bij een visie op het buitengebied is het noodzakelijk dat er duidelijkheid komt over het toekomstperspectief van de agrarische sector, waarbij alle belangen in het buitengebied tegen elkaar worden afgewogen.

·         Door bedrijfsbeëindiging zal het aantal bedrijven afnemen, maar de vrijkomende grond zal in zijn algemeenheid aan bedrijven in de omgeving worden toegevoegd. In bestemmingsplannen zal hierop moeten worden geanticipeerd in die zin dat:

-       nieuwe bestemmingen voor vrijkomende bedrijfswoningen en bedrijfsgebouwen zullen moeten worden gezocht;

-       vergrote bedrijven zo nodig ruimte zullen moeten krijgen om hun bedrijfsgebouwen aan het vergrote areaal landbouwgrond aan te passen.

·         Landbouwbedrijven krijgen ruimhartig de mogelijkheid nevenactiviteiten uit te voeren zoals landschapsonderhoud, toerisme, biovergisting etc., voor zover deze niet ten koste gaan van de kwaliteit van het buitengebied.

·         Landbouwbedrijven krijgen de ruimte voor een moderne bedrijfsvoering door schaalvergroting als deze een bijdrage levert aan duurzaamheid, dierenwelzijn, energiebesparing, milieu en landschap.

·         Gemeenten in een regio kunnen gezamenlijk faciliteren dat er een prominente plek komt voor de verkoop van regionale landbouwproducten.

·         De agrarisch ondernemer is vaak ook landschapsbeheerder en ontvangt hiervoor een passende vergoeding.

 


 

3.2. Goed wonen en werken

 

Waar staat de ChristenUnie voor?

 

De woningmarkt heeft het moeilijk: de bouw stagneert, het is moeilijker om een huis te kopen, te verkopen of te huren. De Christenunie heeft landelijk de afgelopen jaren een belangrijke rol gespeeld bij het op gang brengen van de noodzakelijke hervorming van de woningmarkt. Ook lokaal doet de ChristenUnie er alles aan om de woningmarkt te stimuleren, zodat starters een steuntje in de rug krijgen, er voldoende (geschikte) huurwoningen zijn en er ruimte is voor nieuwbouw. De veranderingen in o.a. de ouderenzorg vragen om een woningaanbod dat daarbij past.

 

Het ruimtelijk beleid moet mede ten dienste staan van de opdracht aan de mensen om als rentmeester de aarde op een verantwoorde wijze te ontwikkelen en te beheren. Industrie, landbouw en natuur strijden om een plekje op de Nederlandse kaart, want ruimte is een schaars goed. Keuzes die we nu maken, hebben gevolgen voor de leefomgeving van toekomstige generaties. De gemeente heeft hierin een belangrijke regierol. Ecologische, economische en demografische ontwikkelingen maken het mogelijk en noodzakelijk dat er een omslag komt: van sloop en nieuwbouw naar hergebruik, van bebouwen van de open ruimte naar hergebruik en herstructurering van al bebouwd gebied. De gemeente zal duidelijke keuzes moeten maken. Ruimtelijke ordening is bij uitstek het onderwerp waar burgers bij betrokken moeten worden, want het gaat tenslotte over de kwaliteit van de eigen leefomgeving.

 

Een bestemmingsplan dient om ontwikkelingen te sturen. Tegelijkertijd dient er voldoende flexibiliteit aanwezig te zijn om in te spelen op actuele ontwikkelingen. Dit kan door een binnenplanse vrijstelling voor het aanwijzen van andere (“strijdige”) functies voor zover deze geen onaanvaardbare consequenties hebben voor de primaire doelstelling.

Concreet: maatschappelijke functies op een bedrijventerrein moeten kunnen, mits dat geen beperkingen op levert voor de bedrijven in de omgeving. Ook wat betreft veiligheid, verkeersafwikkeling e.d. moet het passen. Ook het omzetten van winkelpanden naar woonhuizen moet mogelijk zijn. Dat komt de uitstraling en de veiligheid van een winkelstraat ten goede, vooral in de avond.

 

 

Waar gaat de ChristenUnie voor?

 

De ChristenUnie zet zich in voor:

Wonen

Het huisvestingsbeleid van de gemeente moet aansluiten bij de vraag en ontwikkelingen, bijvoorbeeld als het gaat om wonen en zorg. In de gemeentelijke woonvisie wordt daarom integraal naar de lokale woningmarkt gekeken en worden de noodzakelijke maatregelen beschreven. Wijkraden en huurdersverenigingen worden betrokken bij het opstellen van deze visie. Daarbij wordt ook samengewerkt met de corporaties om het uitgezette woonbeleid uit te voeren. In de gemeente Rheden is binnen het huisvestingsbeleid voldoende aandacht voor ouderen, jongeren en één-persoons-huishoudens. Mede vanwege de betaalbaarheid verdienen de bestaande woningen onze aandacht.

 

De ChristenUnie maakt werk van levensloopbestendige woningen en wijken, ondersteund door een goede infrastructuur (sociaal-culturele activiteiten en zorgondersteuning). Eventuele belemmeringen in de regelgeving worden zoveel mogelijk weggenomen. De starterslening kan een goed instrument zijn om (door)starters op de woningmarkt net dat zetje te geven om wel een woning te kunnen kopen en zo de doorstroming te bevorderen op de huizenmarkt. Daarnaast worden zo mogelijk afspraken gemaakt over de verduurzaming van hun woningvoorraad. De ChristenUnie streeft naar klimaatneutrale woningen en woningen die energie ‘produceren’. Ook streeft ze naar de toepassing van duurzame materialen, die op verantwoorde wijze geproduceerd en kwalitatief hoogwaardig zijn. Handhaving van vergunningen door middel van het toetsen van de afgesproken duurzaamheidseisen is daarbij van cruciaal belang.

Er wordt regionaal samengewerkt tussen gemeenten als het gaat om wachtlijstbeheer, nieuwbouw en studentenhuisvesting.

De ChristenUnie wil de discussie over welstandscommissies wel aangaan. Welstandsvrij bouwen moet meer ruimte krijgen.

 

Woningcorporaties

Woningcorporaties spelen een belangrijke rol in de voorziening van goede sociale huurwoningen en de leefbaarheid van wijken. Volgens het regeerakkoord komen de corporaties onder directe aansturing van gemeenten. De ChristenUnie geeft woningcorporaties de ruimte om innovatief, vraaggericht en toekomstvast te kunnen bouwen, maar wil daarbij wel duidelijke kaders bieden via de gemeentelijke woonvisie.

Tegelijkertijd is het goed als corporaties van de keuzes die zij maken nadrukkelijker verantwoording afleggen aan de lokale samenleving (via hun huurders, via de gemeentelijke aansturing).

Woningcorporaties dragen zorg voor voldoende sociale huurwoningen. Wanneer zij moeilijkheden ondervinden hun investeringen te financieren, zijn gemeentelijke of provinciale borgstellingen te overwegen.

Woningcorporaties spelen ook een rol op de koopmarkt. De ChristenUnie juicht de ‘sociale koop’ toe. Het is goed dat er steeds meer goedkope koopwoningen komen, waarbij woningcorporaties via Verenigingen van Eigenaren medeverantwoordelijk blijven voor het beheer en de woningen uiteindelijk ook weer terugkopen. Dit helpt de kloof tussen huren en kopen dichten.

Woningcorporaties hebben een blijvende taak ten aanzien van de leefbaarheid, op het niveau van de buurt en de wijk. Daarbij organiseren corporaties het leefbaarheidbeleid niet alleen voor maar vooral mét de bewoners. Het ontstaan van ‘Verenigingen van Wijkeigenaren’ is in dat kader een mooi model.

 

Kantoren en bedrijventerreinen

Voor verouderde bedrijventerreinen wordt gekeken naar verantwoorde revitalisering en herstructurering. Ruimte moet efficiënt worden benut en samenwerking met andere gemeenten in de regio is op dit punt noodzakelijk. Het belang van de regionale economie staat centraal en niet de concurrentie tussen naburige gemeenten. Daarbij zijn gunstig gelegen (groene) ontsluitingsroutes en openbaar vervoer bepalende factoren. De ChristenUnie wil de transformatie van kantoorgebouwen naar woningen krachtig bevorderen. Daarbij wordt voorkomen dat gemeenten de verliesposten krijgen van de projectontwikkelaars. De gemeente heeft vooral een rol in wijziging van bestemmingsplannen. Burgers worden betrokken bij het (tijdelijke) alternatieve gebruik van braakliggende gronden (volkstuinen, inzaaien met bijenvriendelijk bloemenmengsel).

 

Toekomstbestendig waterbeheer

‘Leven met water’ is een thema dat ook de gemeente raakt. Door de toename van versteende gebieden (woonwijken, parkeer- en bedrijventerreinen) en de verwachte toename van hemelwater dient de gemeente te zorgen voor een degelijk basis-rioleringsplan waarin aandacht wordt geschonken aan de trits ‘vasthouden, bergen en afvoeren’. Scheiding van hemelwaterafvoer en riolering zal leiden tot een beperking van de vuil-wateroverstorten. Goede samenwerking met waterschappen en verantwoorde bodemsanering zijn belangrijk, maar ook de inwoners moeten we niet vergeten. Zij kunnen regenpijpen afkoppelen en het water in de tuin laten infiltreren. Ook is het belangrijk dat inwoners een groene tuin hebben en deze niet helemaal verharden. Een verharde tuin draagt ook bij aan de opwarming van de dorpen, een groene tuin en gevel brengen verkoeling.

 

Samenwerking met de agrarische sector

De ChristenUnie wil de verrommeling van het buitengebied tegengaan. De ChristenUnie hecht daarom aan het landschapsontwikkelingsplan en het landschapsfonds. Het landschapsfonds kan de uitvoering van plannen financieel ondersteunen. Het fonds wordt gevuld met bijdragen van bewoners, bedrijven en overheden.

Subsidiemogelijkheden via de Europese Unie worden zo goed mogelijk benut. Samenwerking tussen provincie, gemeente, agrarische sector, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, land- en tuinbouworganisaties wordt gestimuleerd.

 

Concrete voorstellen

 

3.3. Mobiliteit

 

Waar staat de ChristenUnie voor?

 

Mobiliteit brengt mensen bij elkaar en is essentieel om samen te kunnen leven en werken. Mobiliteit is bewegingsvrijheid, maar de ChristenUnie wil dat de groeiende mobiliteit niet teveel ten koste gaat van onze leefomgeving. We kiezen daarom voor verduurzaming van de mobiliteit, vermijden van overbodig verkeer, een betere benutting van de bestaande infrastructuur en het beter met elkaar verbinden van de verschillende vervoerssoorten: auto, openbaar vervoer en fiets bij het personenvervoer en scheep- en binnenvaart, spoor en weg bij het goederenvervoer. De lokale overheid heeft de verantwoordelijkheid (samen met de provincie en het Rijk) voor een goed niveau van infrastructuur, zodat burgers economische, sociale en culturele activiteiten kunnen ontplooien en bedrijven hun werk kunnen doen. Niet alleen de overheid maar ook de burgers hebben een grote verantwoordelijkheid om bewust met mobiliteit om te gaan.

 

Waar gaat de ChristenUnie voor?

 

Fiets

De fiets vormt een uitermate belangrijk vervoermiddel voor de korte-afstandsmobiliteit. Fietsen is goedkoop, gezond en vrijwel niet milieubelastend.

De jeugd onder de zestien jaar is er zonder meer op aangewezen en voor schoolbezoek is er dan ook vaak sprake van grote fietsstromen. Ook voor woon-werkverkeer op korte afstand wordt veel gebruikgemaakt van de fiets. Nu fietsen met (elektrische) trapondersteuning in een snel tempo de markt veroveren, zijn er veel mensen die de fiets opnieuw ontdekt hebben. Tijd om in onze gemeente het fietsbeleid te actualiseren en werk te maken van de uitvoering.

 

Concrete voorstellen

·         Fietsroutes binnen de gemeente worden zo veel mogelijk van het overige verkeer gescheiden.

·         Realiseer vrij liggende fietspaden en zogeheten fietsstraten waar de auto ‘te gast’ is.

·         Fietspaden worden uitgevoerd in rood asfalt voor een goed fietscomfort (NB: in sommige gemeenten wordt vaak nog gekozen voor betegeling maar het comfort voor fietsers is hierbij slecht).

·         In de centra, bij de stations en bushaltes en bij ’attractiepunten’ zijn voldoende mogelijkheden voor fietsparkeren, bij voorkeur in de vorm van bewaakte stallingen.

·         De ChristenUnie bevordert de aanwezigheid van oplaadpunten voor elektrische fietsen.

 

Voetgangers

·         Binnen de bebouwde kom is op doorstromingswegen steeds sprake van een trottoir aan beide zijden van de weg en voldoende veilige oversteekplaatsen.

·         Verhoogd liggende trottoirs zijn voorzien van op- en afritbanden voor rolstoelen, kinderwagen e.d.

·         In woonwijken worden bij voorkeur 30 kilometer-zones aangelegd.

·         Verkeerslichten zijn zo afgesteld dat alle voetgangers voldoende tijd hebben om over te steken.

 

Openbaar vervoer

In de meeste gevallen is de gemeente niet verantwoordelijk voor het openbaar vervoer (OV). Toch moeten de mogelijkheden om invloed uit te oefenen niet worden onderschat. De gemeente stelt zich proactief op richting die overheden die verantwoordelijk zijn voor het openbaar vervoer. Hierbij gaat het ook over het railvervoer. Hoewel de ChristenUnie het doel van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) ondersteunt om steden en bedrijven beter bereikbaar te maken, betekent dit niet dat de problemen van Nederland op onze regio afgewenteld mogen worden. Als onderdeel van dit plan wordt veel goederenverkeer verplaatst naar de IJssellijn. Omdat deze daar niet voor geschikt is, ondermeer doordat er veel woningen vlak langs staan, vindt de ChristenUnie toename van het goederenvervoer over de IJssellijn niet acceptabel.

 

De gemeente is een directe medespeler als het om het faciliteren van de openbaar vervoersfaciliteiten gaat:

·         Zo nodig worden verkeersmaatregelen genomen om de doorstroming van het openbaar vervoer te bevorderen. Denk hierbij onder andere aan vrij liggende busbanen en groene zones bij verkeerslichten.

·         De bereikbaarheid van openbare voorzieningen, zoals ziekenhuizen, zorgcentra en scholen wordt bevorderd.

·         De gemeente zet zich (in samenwerking met het bedrijfsleven) in voor 'bedrijvenbussen': bussen die tijdens de spits van en naar bedrijventerreinen rijden.

·         Bus- en tramhaltes zijn toegankelijk voor ouderen en gehandicapten.

·         De informatievoorziening van het openbaar vervoer wordt verbeterd.

·         Het openbaar vervoer wordt gepromoot: bijvoorbeeld door informatie op stadsplattegronden, in de stadsgids, op de site van de gemeente etc.

·         Waar mogelijk worden combinaties met het doelgroepenvervoer gezocht (regiotaxi’s, scholierenvervoer, Wmo vervoer etc.).

·         Er wordt nagegaan in welke mate de OV-reizigersstromen vanuit de ’haarvaten’ in dorpen en kernen goed zijn afgestemd op de hoofdaders van het railnetwerk, zoals de aansluiting van bus op trein of lightrail (en andersom).

·         De veiligheid in het openbaar vervoer (en bij haltes/stations) heeft veel prioriteit.

·         Bij OV-opstappunten zijn voldoende parkeerplaatsen en fietsenstallingen, indien mogelijk bewaakt.

·         De mogelijkheden van vervoer over water worden benut.

·         De gemeente ondersteunt de bestaande veren, mede vanwege het recreatief belang.

·         Inwoners worden betrokken bij besluiten over het openbaar vervoer in hun regio, bijvoorbeeld over tijden en routes.

 

Automobiliteit

Een goede autobereikbaarheid is van belang voor bewoners en voor veel bedrijven, die voor aan- en afvoer van goederen en voor de bereikbaarheid voor personeel autoverkeer nodig hebben. Dit neemt niet weg dat verbetering van het openbaar vervoer blijvend aandacht dient te hebben. In de dorpen zijn er vaak goede alternatieven beschikbaar, zoals trein, bus en fiets. Het terugdringen van de automobiliteit is daar een belangrijk thema. Automobiliteit-reductieplannen worden met betrokken partijen (overheid, kantoren/bedrijven, OV-maatschappijen) opgesteld en uitgevoerd. Dit vraagt een regionale aanpak.

 

Parkeren

Het parkeerbeleid is een terugkerend discussiepunt in de gemeente de gemeente Rheden. De mening van de ChristenUnie is:

·         Betaald parkeren is soms nodig, maar het mag geen melkkoe zijn voor de gemeente. Wij zijn niet voor het uitbreiden van betaald parkeren. Als het parkeren gereguleerd moet worden, is een blauwe zone de eerste optie.

·         Bij het bouwen van parkeergarages is (sociale) veiligheid een belangrijk item.

·         Bij de aanleg en het onderhoud van transferia moet zorgvuldig worden gezocht naar een optimale synergie met het reguliere openbaar vervoer, zodat het gebruik van deze transferia voor reizigers een logische keuze is.

·         Het aantal parkeerplaatsen voor deelauto’s wordt uitgebreid als daar behoefte aan is.

 

Traverse Dieren
Het project Traverse Dieren is in samenhang met de herinrichting van de stationsomgeving voor de gemeente Rheden een bijzonder omvangrijk project dat een lange voorgeschiedenis heeft. Nu het plan gereed voor uitvoering is, wil de ChristenUnie dat dit voortvarend wordt uitgevoerd.
 
Aandachtspunten hierbij zijn:
·         de beheersing van de kosten en de overige door de gemeenteraad vastgestelde randvoorwaarden,
·         het beperken van de overlast voor aanwonenden en verkeersdeelnemers en
·         de communicatie hierover.

 

 
 
 
Verkeersveiligheid

De impact van ongevallen kan zeer groot zijn. Het aantal verkeersslachtoffers (doden en ernstig gewonden) is in Nederland relatief laag, maar het kan zeker nog beter. De ChristenUnie zet in op minimaal 50 procent minder verkeersdoden- en gewonden in 2024 ten opzichte van 2014.

 

 

Concrete voorstellen

·         Er vindt een goede registratie van ongevallen plaats, zodat de zogenaamde ‘black spots’ in beeld komen.

·         De gemeente beschikt over een verkeersveiligheidsplan met concrete uitwerkingen.

·         Snel en langzaam verkeer wordt gescheiden.

·         Landbouwverkeer wordt zoveel mogelijk gescheiden van fietsverkeer.

·         De gemeente werkt actief mee aan het realiseren van verkeerslessen, bijvoorbeeld op de scholen en bij instellingen.

·         De gemeente stimuleert dat scholen zich inzetten voor het verkeersveiligheidslabel (www.verkeersveiligheidslabel.nl)

·         Overtreding van de verkeersregels binnen de bebouwde kom wordt stevig aangepakt, door de politie of door bijzondere opsporingsambtenaren (BOA’s).


3.4. Energie, klimaat en milieu

 

Waar staat de ChristenUnie voor?

 

Wij geloven dat we de aarde hebben gekregen en dat we er zuinig op moeten zijn. Daar varen we allemaal wel bij, net als toekomstige generaties. Steeds meer burgers zijn zelf heel actief bezig met het werken aan een beter milieu. Mensen wekken duurzame energie op en scheiden hun huisvuil. Wij willen dat de gemeente deze initiatieven ondersteunt en stimuleert. Ondertussen heeft de gemeente ook de taak om zelf ambities te hebben om te werken aan een beter milieu.

 

Afvalvrije dorpen

Iedere dag produceren we afval. In dat afval zitten waardevolle grondstoffen die niet verloren mogen gaan. Beter kunnen we afval zien als grondstof. We moeten naar een circulaire economie. Als afval goed gescheiden wordt ingezameld, kunnen de grondstoffen worden aangeboden voor hergebruik en kan de afvalstoffenheffing naar beneden.

 

Groene dorpen

Het is belangrijk om te weten waar ons eten vandaan komt. Stadslandbouw is daar een goed idee voor en staat volop in de belangstelling. Dit speelt ook in dorpen. Dorpslandbouw verlevendigt het dorp, brengt onze voedselproductie dichter bij huis en maakt de openbare ruimte groener en leefbaarder. Zoals het verbouwen van groenten en fruit en het ontwikkelen van streekproducten. Maar ook de omgang met het openbaar groen en het landschap in en rond het dorp. De gemeente geeft aan welke gronden er geschikt zijn om (tijdelijk) een dorpsakker te beginnen.

 

Bij het beheer van het openbaar groen voert de gemeente niet overal een strak plantsoen-beheer, maar waar mogelijk een meer natuurlijk beheer om soorten als egels, eekhoorns, en ook vogels een betere leefomgeving te bieden. Dit kan bijvoorbeeld met vruchtdragende struiken en zaaddragende kruiden die pas na het zetten van het zaad gemaaid worden. Dat bespaart daarnaast maaibeurten en dus geld.

 

Energieke dorpen

De gemeente doet alles om zelf zo min mogelijk energie te gebruiken en zoveel mogelijk energie op te wekken. Denk aan duurzame straatverlichting, elektrische auto’s, zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen etc. De gemeente is zelf maar een relatief kleine energieverbruiker, maar heeft de ambitie om CO2-neutraal te zijn in 2040. De gemeente zoekt daarom de samenwerking met inwoners, bedrijven, woningcorporaties, instellingen, projectontwikkelaars, verenigingen en maatschappelijke organisaties. De Rijn en IJssel Energiecoöperatie heeft hier een bijzondere positie in. Ook windenergie is een optie, maar daarbij moet wel rekening gehouden worden met landschap, overlast en vogels.

 
 
Onze dorpen

De openbare ruimte is van ons allemaal. Vanouds beheert de gemeente de ruimte maar dat kan ook heel goed door bewoners gedaan worden. Als de bewoners het zelf doen, wordt een hogere kwaliteit van het groen haalbaar en de wijk leuker. De wijk wordt beter onderhouden en het versterkt de sociale samenhang en de bewustwording van groen. Dit moet voorop blijven staan bij groen adopteren, de mogelijke bezuiniging mag niet het enige doel worden.

 

Waar gaat de ChristenUnie voor?

 

Klimaat en energie

·         We zetten in op een energietransitie: van fossiele naar duurzame brandstoffen, zoals zonne-energie en windenergie.

·         Geen winning van schaliegas zolang de veiligheid van ondermeer drinkwater niet onomstotelijk vaststaat: geen winst op korte termijn ten koste van risico’s tot in de verre toekomst.

·         Duurzaamheid pakt de ChristenUnie integraal aan: het onderwerp wordt in ieder beleidsstuk waar het relevant is, meegenomen.

·         De gemeente gaat door met het uitvoeren van het vastgestelde klimaatbeleid.

·         In de verkeers- en vervoersplannen wordt CO2-emissiereductie integraal opgenomen. Daarbij wordt aandacht besteed aan alternatieven voor de auto, het stimuleren van gebruik van openbaar vervoer en fietsverkeer. Actief fietsbeleid houdt in: inrichting van kruisingen die voorrang geeft aan fietsers en voetgangers, investering in regionale routes, voldoende fietsparkeervoorzieningen  in centra, bij stations en bushaltes en bij ’attractiepunten’, daar dus geen algemene fietsparkeerverboden.

·         De gemeente zorgt voor een veilige schoolomgeving en veilige fietsroutes naar de scholen.

·         De ChristenUnie staat achter het stimuleren van initiatieven van woningeigenaren, dorpen/buurten en andere verenigingen/stichtingen ten aanzien van de aanschaf van energiebesparende producten. Hierbij valt te denken aan zonnepanelen, zonneboilers, warmtepompen, isolatie, windenergie of groene daken, bijvoorbeeld door duurzaamheidsleningen. Collectieve voorzieningen zijn efficiënter, bereiken grotere aantallen bewoners en dragen bij aan samenhang van de buurt.

·         Indien nodig kan de gemeente een gemeente- of dorpsbreed onderzoek doen voor meerdere aanvragen van bouwvergunningen, mits alle aanvragers bijdragen.

·         Er is sprake van uniforme en actuele energievoorschriften in de te verstrekken milieuvergunningen en een adequaat handhavingsbeleid.

·         Samen met LTO of regionale of lokale agrarische organisaties wordt onderzocht op welke wijze agrarische ondernemers kunnen bijdragen aan een beter klimaat door de vermindering van uitstoot broeikasgassen, CO2-reductie of gebruik, duurzame energiebronnen etc.

·         Energiebesparing door winkels wordt gestimuleerd (bijvoorbeeld gesloten toegangsdeuren).

·         Om dorpen en steden klimaatproof te maken, zal de gemeente samen met bijvoorbeeld het waterschap maatregelen treffen.

·         Er komen meer laadpunten voor elektrische auto's.

·         Duurzaamheidscorporaties van inwoners en/of bedrijven worden aangemoedigd.

·         De productie en verkoop van streekproducten wordt gestimuleerd.

·         Afval wordt bij de bron gescheiden. Dit leidt tot lagere lasten voor de burger en afval wordt gebruikt als grondstof.

·         De gemeente geeft inwoners voorlichting over het (niet) gebruiken van bestrijdingsmiddelen.

 

Overlast en gevaar
 
Afvalinzameling                                                                                                                            

·         Zwerfvuil en de hondenpoepvervuiling worden wijkgericht aangepakt en ook door mensen daadwerkelijk te beboeten bij overtredingen.

·         Er wordt een strategie ontwikkeld voor verdergaande scheiding en hergebruik van afval, bijvoorbeeld door omgekeerd inzamelen. Dit betekent dat het gemakkelijker is gescheiden afval af te leveren dan restafval.

 

Stimuleren

·         Educatie en voorlichting aan kinderen (en hun ouders) over het belang van natuur en landbouw is belangrijk.

·         Er wordt gewerkt aan bewustwording van milieugedrag bij kinderen en volwassenen en ondernemers.

·         Bij het geven van voorlichting op basis- en middelbare scholen kunnen vrijwilligers worden ingezet. Ook speciale activiteiten zoals de Nationale Boomfeestdag kunnen in samenwerking met bijvoorbeeld scholen worden georganiseerd (zie ivn.nl).

·         Er wordt meegedaan aan landelijke dagen rond afval, zwerfvuil, compost etc. (Nederland Schoon, Opzoomeren, Duurzaamheidsweek e.d.) (http://www.afvalonline.nl/agenda).

·         Bij het inzamelen van oud papier hebben vanouds kerken, verenigingen en instellingen een grote rol gespeeld. Deze rol blijft en zal zo nodig versterkt worden.

 

Het goede voorbeeld geven

·         De leveringscontracten met energiebedrijven zijn gebaseerd op 100% duurzame energie.

·         In de komende raadsperiode wordt het gemeentelijke inkoopbeleid 100% duurzaam en zijn bij offerteaanvragen duurzaamheidcriteria opgenomen.

·         Mogelijkheden om het stroomverbruik lokaal op te wekken, worden gebruikt.

·         Er zijn steeds meer en betere elektrische auto’s. De gemeente geeft het goede voorbeeld door ook zelf gebruik te maken van elektrische auto’s.

·         Bij verlichting in de openbare ruimte worden moderne technieken toegepast (o.a. LED-verlichting, in het buitengebied eventueel gecombineerd met radar waardoor ze alleen branden wanneer iemand nadert). Alleen al door het gebruik van LED-verlichting kan 30 tot 40% energie bespaard worden.

·         De ChristenUnie gaat voor een zuiniger en schoner eigen wagenpark.

·         Het voor inwoners en bedrijven een goede zaak dat de kapvergunning voor niet-monumentale of beeldbepalende bomen is afgeschaft. De gemeente houdt de lijst van beschermde/ monumentale bomen actueel. Voor deze bomen geldt een herplantplicht. Dit wil niet zeggen dat de gemeente het kappen van de overige bomen bevordert. Voor de eigen bomen zorgt de gemeente dat de omstandigheden een duurzaam bestaan mogelijk maken.

·         Goede regels vragen om goede handhaving, zoals bijvoorbeeld de milieuregels. De gemeente zoekt daarbij stevige samenwerking en afstemming met provincie, waterschap en justitie.

 



[1] Als we spreken over 'buurt', bedoelen we zowel de wijk of deelbuurten daarin, als ook dorpen.

[2] http://www.stap.nl/content/bestanden/modelverordening-drank--en-horecawet-versie-2-0.pdf

[3] Bij domotica draait het dus niet alleen om integratie van techniek en bediening in de woning, maar ook om de dienstverlening van buitenaf naar de woning. http://nl.wikipedia.org/wiki/Domotica

[4] Het onderwijs zelf (de docenten) zullen ondersteund moeten worden door professionals uit de jeugdzorg om dezelfde aanpak te bieden als de ouders. Zo wordt het onderwijs “ontlast” en de pedagogische kwaliteit van het onderwijs versterkt.

[5] Een van de tussenadviezen van de Commissie Geluk (de commissie die de overdracht van de jeugdzorg naar de gemeenten controleert) is dat de gemeenten hier oog voor moeten houden.

[6] Wajong = Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten

[7] http://www.vluchtelingenwerk.nl/integratie/integratie.php

[8] Regionaal Meld- en Coördinatiepunt. Om meer grip te krijgen op het terugdringen en voorkomen van voortijdig schoolverlaten is Nederland verdeeld in 39 RMC regio's.

[9] Analfabetisme is niet kunnen lezen en schrijven. Laaggeletterdheid is te veel moeite hebben met lezen en schrijven om voldoende te kunnen functioneren in het dagelijks leven. Iemand kan dan bijvoorbeeld niet zelf een treinkaartje kopen, bijsluiters van medicijnen lezen of formulieren invullen. In Nederland zijn er ongeveer 1,5 miljoen mensen boven de 16 jaar die moeite hebben met lezen en schrijven. Ongeveer 250.000 mensen in Nederland zijn analfabeet en kunnen dus helemaal niet lezen of schrijven.

[10] De wetswijziging is op 21 mei 2013 door de Eerste Kamer aanvaard.